De Kleine Mote

Je winkelwagen

Geschiedenis van Graafschap Vlaanderen

De geschiedenis van Vlaanderen is een geschiedenis van conflicten en machtsstrijd tussen koning-leenheer en graaf-leenman, tussen de graaf en steden, tussen patriciërs en het plebs. Getekend door de lange strijd voor de Franse troon tussen Franse en Engelse pretendenten, door de lange strijd van de katholieke Spaanse koningen tegen een protestantse republiek, door de lange strijd van de Spaanse en de Oostenrijkse Habsburgers met de Franse koningen.

Romeinse tijd ( – 476)

De naam Vlaanderen dook voor het eerst op in 358, toen de Franken het Vlaanderengouw of pagus Flandrensis van de Romeinen onder hun beheer kregen. Het gebied strekte zich uit over Brugge tussen de IJzer en het Zwin.

Rond het jaar 420 zijn de Salische Franken onder leiding van hun koning Pharamond de regio binnengevallen. Zijn opvolgers Clodion, Meroveus en Childerik en Clovis zullen uiteindelijk de ooit zo machtige Romeinen helemaal uit onze contreien verdrijven.

Het West-Romeinse Rijk valt definitief in 476, het begin van de Middeleeuwen.

Vroege of donkere Middeleeuwen (476 – 900)

De vroege middeleeuwen werden gekenmerkt door toenemende barbarisering en verschillende invasies.

De braakliggende akkers raakten weer bebost. Er trekken roversbenden rond, de bevolking van West-Europa loopt sterk terug en hele streken raakten ontvolkt.

De centrale macht bestaat niet langer. Er ontwikkelt zich een leenstelsel, de feitelijke macht komt in handen van lokale leenmannen.

De Frans-Duitse grens, oorzaak van de eeuwenlange twist en vele oorlogen, ontstaat. Kroon-Vlaanderen behoorde tot het West-Frankische rijk. Antwerpen, Brabant en Limburg zouden tot 1549 deel blijven uitmaken van het Oost-Frankische Rijk, dat in de tiende eeuw de naam Duitse Keizerrijk of Heilige Roomse Rijk zou krijgen.

De grote volksverhuizing

Ontstaan van feodaliteit

Ontstaan van de Frans / Duitse grens

Ontstaan van het graafschap Kroon-Vlaanderen

Woudmeesterslegende

Boudewijn met de IJzeren arm, eerste graaf van Vlaanderen

Hoge of volle middeleeuwen (900 – 1250)

Na het uiteenvallen van het rijk van Karel de Grote eindigen de vroege middeleeuwen en de Karolingische renaissance.

De start is moeilijk, de 10de eeuw was de ijzeren eeuw: het Karolingische Rijk viel uiteen, men kreeg nog altijd invallen van de Vikingen te verduren en het jaar 1000 werd gevreesd als het einde der tijden. In de kerkgeschiedenis geldt deze periode ook als een duistere eeuw of saeculum obscurum gezien het morele verval van de Kerk. Maar de welvaart komt terug.

Leenrechten worden erfelijk; het ontstaan van seigneuries banales en de godsvredebeweging brengt grotere veiligheid; aandacht verschuift naar het midden-oosten met de kruistochten en de reconquista; de landbouwproductiviteit neemt toe en er ontstaan sterke steden.

Het graafschap Vlaanderen groeit en bloeit, in die mate dat de relatie leenheer (Franse koning) en leenman (Vlaamse graaf) verzuurt.

Evolutie naar erfelijke feodaliteit

Banale (r)evolutie

Kruistochten en reconquista

Terugkeer van de welvaart

Stedelijke privileges, Keure

Expansie van Vlaanderen

Bloei van Vlaanderen

Relatie Franse koning – Vlaamse graaf

Periode tot en met Karel de Goede

Willem Clito

Koning Filips Augustus van Frankrijk, hersteller van de koninklijke macht (1165 – 1223)

Late middeleeuwen: 1250 tot 1500.

… wordt vervolgd…