De Kleine Mote

Je winkelwagen

Vlamertinge en Dikkebus

Vlamertinge is de grootste deelgemeente van Ieper. De naam zou komen van Flambert (een naam) + inga (zoon, afstammeling van) + heim (woonplaats).

Geschiedenis

Het oudste document, tot heden bekend, waarop de naam Flambertenges voorkomt, is een akte van het jaar 1066.

In die akte kenden Boudewijn V (bijgenaamd van Rijsel), graaf van Vlaanderen, zijn vrouw Adela en hun zoon Boudewijn VI, goederen toe aan de kerk en het kapittel van Sint-Pieters in Rijsel. “In territorio Furnensi, in villa Elverzenges, decinam unam ; Flambertenges decinam similiter unam.”

Maar Vlamertinge is ouder, al in 857 werd er een kapel gebouwd en in 1055 werd Vlamertinge tot parochie verheven. Vlamertinge vormde samen met Elverdinge een enkele (hoge) heerlijkheid die deel uitmaakte van Veurne-Ambacht en vaak te lijden had van de belegeringen van Ieper.

Rond de 15e eeuw stond Vlamertinge erom bekend dat het een dorp was waar veel gevochten werd in o.a. herbergen. Zo blijkt ook uit een kort gedicht:

Aerdighe dingen In Vlaemertinghen

Zyn altyd te zien, En wie zal ’t verbien ?

Quetseur en wonden, Op alle stonden ;

’t Is kloppen en slaen Voor al die d’er gaen !

In de Eerste Wereldoorlog werd het hele dorp door bombardementen vernietigd. Daarna werd het herbouwd waarbij grotendeels het voormalige stratenpatroon werd aangehouden.

Bezienswaardigheden

Voormalig gemeentehuis

Het oorspronkelijke gemeentehuis, waar veldmaarschalken Ferdinand Foch en John French tijdens de Eerste Wereldoorlog een vergadering hielden, werd vernield door de inslag van een obus op 15 september 1915.

Vlamertinge gemeentehuis

Het nieuwe gemeentehuis werd gebouwd in 1922 (op de plaats van de vroegere gemeenteschool) naar een ontwerp van de architecten Guillaume Veraart en Ernest Richir. Het gemeentehuis heeft een duidelijke neo-Vlaamserenaissance-inslag en is gelegen aan het Sixplein (vernoemd naar Joris Six, een geestelijke die naar Congo trok om er bisschop te worden).

Kasteel van Vlamertinge (Kasteel du Parc)

Hospitaalstraat 26-30, Ieper (Vlamertinge)

Imposant kasteel midden een beboomd park met vijver, kasteelhoeve en voormalige hovenierswoning, ten westen van de Kemmelbeek.

Gebouwd in 1857-1858 in opdracht van burggraaf Pierre-Gustave du Parc, naar ontwerp van architect J. Schadde (Antwerpen). Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het kasteel afwisselend bezet door verschillende legers, waardoor park en kasteel het mikpunt werden van beschietingen. In 1920 werden herstellingswerken uitgevoerd.

Kasteel van Vlamertinge

Neo-Vlaamse-renaissancestijl met een vrij symmetrische bouw.

In het domein bevindt zich nabij de oprit tevens een Mariakapel uit 1868. De kapel met begeleidende magnolia en omgeven door een in hartvorm aangeplante buxushaag ligt binnen een omhaagd terrein met toegangshek.

In het domein zijn nog een tweetal oorlogsrelicten bewaard: een betonnen, Britse militaire post ten noorden van het kasteel en een Britse mitrailleurpost ten oosten van het kasteel.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het kasteel beschadigd; in 1920 volgde een restauratie.

Sint-Vedastuskerk

De huidige hallenkerk is in neogotische stijl opgetrokken. De 64,37 meter hoge toren is een voorgeplaatste westtoren op vierkant grondplan, die vooral in de onderste geledingen nog originele elementen uit 1505 heeft behouden. Hij is opgetrokken in gele baksteen op een basis van Atrechtse zandsteen.

De kerk is een aantal keer vernield en telkens herbouwd.

  • De kerk brandde af in 970 en 1080.
  • In de periode van 1296 en 1297 werd Vlamertinge geplunderd en brandde de kerk af.
  • Op zaterdag 25 november 1509 brandde de sacristie van de kerk af.
  • In november 1525 zorgde er een orkaan voor dat het dak van de kerk beschadigd geraakt.
  • Op de nacht voor 26 juni 1545 plunderden dorpelingen de kerk.
  • Op de nacht van 14 op 15 augustus 1566 plunderden geusgezinden onder leiding van Sebastiaan Matte de kerk.
  • Op 22 december 1579 brandden geformeerden de kerk af.
  • Op 29 oktober 1793 staken de Fransen de kerk in brand.
  • Op 12 juni 1915 brandde de kerk af na bombardementen.
  • Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam een obus terecht op het koor (achteraan de kerk).

In de kerk hangen enkele bijzondere schilderijen. Naast verschillende doeken uit 1736 gesigneerd S. Counet, gaat het om ‘De marteldood van Blasius van Sebaste’ (Gaspar de Crayer, ca. 1646) en ‘Carolus Borromeus en de pestlijders van Milaan’ (Vigor Boucquet, 1670).

Agonie

Ieper (Vlamertinge), rotonde Noorderring en Bellestraat.

Beeldengroep van de Ieperse kunstenaar Luc Coomans (1931-2014).

Het werk draagt een universele boodschap uit: de mens sleept in het oorlogsgeweld de hele natuur mee. Het werk is een aanklacht tegen oorlog en tegen elke vorm van geweld. De paarden zijn gekwetst en richten zich in hun doodsstrijd op. Ze torenen uit boven de ruïne van een woning.

Toen Berlinde De Bruyckere in 2000 dode paarden tentoonstelde in het Flanders Fields Museum, zei ze: “Een groot dood paard, dat is heel veel dood als je dat voorstelt. Zoveel dood is een mens niet. En waarom is dat zo? Omdat het een dood zonder woorden is.”

Waarom daar?

Deze plaats werd bewust gekozen en is symbolisch.

Vlamertinge ligt aan de spoorlijn Ieper- Poperinge -Hazebrouck. Het station is van strategisch belang voor de bevoorrading van de troepen maar het ligt net binnen het bereik van de Duitse artillerie. Het wordt dus bijna dagelijks gebombardeerd. Telkens herstellen soldaten het spoor. Treinen rijden op en af met oorlogsmateriaal dat er wordt gelost en op karren geladen. Paarden trekken die karren naar het slagveld. Het dorp zelf is platgebombardeerd.

Vlamertinge ligt ook halfweg de ‘hemel’ en de ‘hel’. Poperinge was de hemel: een onbezette stad, een rustplaats voor geallieerde troepen uit allerlei landen, België’s Piccadilly Circus. De hel, dat was de Ypres Salient, het inferno van Dante met de loopgraven, een abattoir voor honderdduizenden soldaten en tienduizenden paarden. Soldaten die naar het front trekken, marcheren de 12 km van Poperinge naar Ieper. Halfweg, in Vlamertinge stopt de beschaving: een bijna verlaten ruïneus dorp met het Christusbeeld op de Calvarieberg, net naast de kerk.

De Canadese luitenant Cyril Henry Barraud vereeuwigde de aanblik in de Evening on the Ypres-Poperinghe Road (augustus 1917).

Waarom?

Miljoenen dieren sneuvelden in actieve dienst tijdens de Groote Oorlog. Honden waren handig voor het vervoer van boodschappen op slagvelden, om mijnen op te sporen en als patrouillehond. Paarden en (muil)ezels waren cruciaal voor het vervoer van voorraden.

Ongeveer acht miljoen paarden en (muil)ezels lieten zo het leven.

Toen in 1914 de oorlog begon, had het Britse leger “slechts” 25.000 paarden. Eerst verzamelde de legerleiding er nog een half miljoen bij particulieren: in 1915 was er op het hele Engelse platteland bijna geen paard meer te vinden. En dan werden de dieren ‘overzee’ gevonden: een half miljoen paarden werden overgebracht uit de Verenigde Staten, het leger bracht zelfs vanuit Nieuw Zeeland paarden naar het front.

Driekwart van deze dieren werd ingezet als trekpaard voor het vervoer en de bevoorrading van de troepen. Het andere deel was bestemd voor de soldaten.

De paarden die naar het front werden gestuurd stierven meestal na 5 tot 6 weken. Ze werden getroffen door machinegeweren en granaten, leden aan schurft of koliek, stierven van de kou, honger, uitputting of door het eten van door mosterdgas vergiftigd gras. In het begin van de oorlog werden overleden paarden nog begraven, later dienden de gestorven dieren al snel om de honger van soldaten en officieren te stillen.

Dikkebusvijver

Dikkebusvijverdreef 21, 8908 Vlamertinge (Ieper)

Rond de stad Ieper werden, in de middeleeuwen, vijf vijvers aangelegd om over voldoende water te beschikken voor het drinkwater, voor het vollen en het verven van lakens en voor het voeden van de stadsgrachten. Drie daarvan bestaan nog: de Zillebekevijver, de Dikkebusvijver en de Bellewaerdevijver.

Door afdamming van de vallei van de Zillebeek werd de Zillebekevijver die rond 1295 ongeveer zijn huidige vorm kreeg, gevormd.

In 1310 kreeg de Stad Ieper toelating van de Graaf van Vlaanderen voor de Dikkebusvijver. Die ontstond door het afdammen van de Kemmelbeek en werd uitgegraven op grond van de parochies Vlamertinge, Dikkebus en Voormezele. Pas rond 1323 was de vijver van 36 hectare gerealiseerd: de onteigening van de nodige gronden (geregeld door de stad Ieper) nam zowat tien jaar in beslag.

De vijver voorzag en voorziet Ieper van drinkwater. Eertijds gebeurde dat via sluisen naar de Ieperse grachten en een stelsel van eikenhouten pijpen. Sinds 1926 gebeurt dit via een modern pompstation.

Om de tien jaar zijn baggerwerkzaamheden noodzakelijk omdat de Kleine Kemmelbeek door zijn sterk verval veel slib aanvoert.

De vijver dient nog altijd voor de productie van drinkwater en het is een natuurlandschap dat ook wordt gebruikt voor recreatie.

Ook de Bellewaardevijver ontstond op deze manier, die vijver werd later, onder impuls van Vauban, vergroot en uitgeslijkt; het water werd aangewend voor de inundaties van de Paddevijver ten noorden van de stad Ieper, via de Bellewaerdebeek.

Vaubantoren

Dikkebusvijverdreef 21, 8908 Vlamertinge (Ieper)

Op de noordoever van de Dikkebusvijver werd tussen 1678 en 1684 een toren gebouwd naar ontwerp van Vauban. De toren maakte deel uit van het verdedigingsnetwerk rond Ieper, hij diende  ter bescherming van een watersluis die de watertoevoer naar Ieper regelde.

Na de Eerste Wereldoorlog werd de toren gedeeltelijk herbouwd en gedeeltelijk hersteld.

Die watersluis werd in 1926 vervangen door een pomp- en waterzuiveringsstation, gebouwd vlakbij de toren.

Nu is het prachtige sashuis volledig gerestaureerd en ingericht voor het organiseren van allerhande feestjes, incentives en workshops.