De Kleine Mote

Je winkelwagen

Steenkoolbekken van Noord-Frankrijk

In het mijnbekken van Nord-Pas de Calais werd vanaf 1700 steenkool ontgonnen. De streek is er door getekend: talrijke putten, terrils, liften, spoorwegen en tal van woonwijken en sociale voorzieningen, gebouwd voor en door de mijnindustrie.

steenkool

De terrils zijn genummerd, in totaal zijn er zo’n 260. Op een heldere dag zijn ze zichtbaar vanaf de Kemmelberg.

Vanwege hun symboliek en karakteristieke vorm bestempelde Unesco de 200 nog resterende mijnbergen en diverse andere historische plekken in het Noord-Franse mijnbekken tot ‘levend en evolutief erfgoed’.

Sinds het steenkoolbekken van Noord-Frankrijk in 2012 op de Unesco-lijst kwam te staan, zijn steeds meer plekken in de streek beschermd (ook de ‘mijnbergen’) en krijgen ze nieuwe bestemmingen. En zijn veel inwoners trotser dan ooit op dit verleden.

https://whc.unesco.org/fr/list/1360/

Les terrils des Falandes et du Pays à Part

T2

rue de la Lampisterie, Haillicourt              +33 3 21 32 13 74

De hoogste terril  van de Pays à part; 389 treden tot de belvedère met als beloning een panoramisch zicht over de Bassin minier, het kolenbekken van de Pays noir.

T9: Le terril viticole

Rue Emile et Leopold Lesage, Haillicourt

136 meter hoog. Op de flank staat de charbonnay: 3000 chardonnay wijnstokken op een berg koolmijnenpuin dat nog smeult, er ontsnapt rook uit de top die volledig onbegroeid is.

Kan niet bezocht worden.

T 74 en 74a op de site 11/19: Les terrils jumeaux (richting Lens)

Parking Rue Léon Blum Loos-en-Gohelle, toegang via Base 11/19, rue Léon Blum of rue de Bourgogne, Loos-en-Gohelle

Bezoek met natuurgids: CPIE Chaîne des Terrils+33 (0)3 21 28 17 28, email: accueil@chainedesterrils.eu

La Base 11/19 is een vroegere mijnbasis in Loos-en-Gohelle aan de rand van Lens: 110 hectare met de oude fabrieksgebouwen (nu een verzamelplaats voor duurzame bedrijfjes). Een prachtige plek om te wandelen of te sporten.

Hier liggen T74 en T74a, de tweeling terrils, twee zwarte pyramiden, de hoogste terrils in Europa: 186 meter (voet op 40 meter).

Vanaf deze mijnbergen heb je een spectaculair uitzicht en de natuur is ook bijzonder. Reken minstens een uur voor klim en afdaling. Het pad tot het panoramisch zicht halfweg (110m) is niet té steil; van daar is er een pad naar de top maar dat vergt meer inspanning en behendigheid.

Je kan bezoeken met een natuurgids die onderweg vertelt over de natuur en het mijnverleden. De vroegere ‘afvalbergen’ (gruis dat meekwam met de kolen) hebben namelijk een unieke biodiversiteit. Dat komt omdat de zwarte stenen snel opwarmen in de zon en die warmte lang afgeven. Daardoor kunnen hier uitheemse bloemen en plantensoorten groeien, zoals orchideeën. Ook staan er opvallend veel fruitbomen onderaan de bergen: een erfenisje van de duizenden mijnwerkers die hier na de lunch – jaar in,  jaar uit – hun kersenpitten en klokhuizen achterlieten!

Cité des Electriciens

Rue Franklin, 62700 Bruay-la-Buissière   +33 (0)3 21 01 94 20

Vlak bij Béthune werd een vroegere mijnwerkerswijk uit 1861 helemaal opgeknapt en ‘geopend’ voor publiek. Er wonen echt mensen maar er is een bezoekerscentrum (thema: architectuur en het sociale leven uit de mijntijd) en er worden regelmatig evenementen en exposities georganiseerd om zo meer te weten te komen over het mijnverleden van deze streek. Elke 1e zondag van de maand zijn er rondleidingen door de wijk, waarbij acteurs het dagelijks leven van de vroegere mijnwerkers naspelen.

In de 19e eeuw was er zo’n grote vraag naar arbeiders voor de bloeiende mijnindustrie, dat de kolenmaatschappijen tegen elkaar opboden om de aantrekkelijkste woonwijken te bouwen voor hun werknemers, om zo meer krachten te trekken. Die wijken bestonden in diverse stijlen en verschillende formaten: van eenvoudig (de bakstenen rijtjeswoningen in de corons) tot redelijk luxe (les cités-jardin), met vrijstaande huizen met tuinen. De woonomstandigheden waren in de meeste Noord-Franse mijnwerkerswijken relatief goed en vooral de sociale verbondenheid was zeer groot. Alle kinderen gingen samen naar school, iedereen bezocht dezelfde kerk, alle arbeiders zaten in dezelfde fanfare…

https://www.citedeselectriciens.fr/fr